top of page
dommelson

Eigen ervaring QHHT sessie 2023




UItwerking van mijn eigen QHHT sessie in maart 2023, de uitwerking is door een klasgenoot uit de QM opleiding door een computer uitgewerkt, het leest daardoor net even anders, maar desalniettemin de moeit waard om als voorbeeld te dienen van een sessie.

S = Son

H= Begeleider van de QHHT Sessie

TZ= Totale Zelf

H: Waar bevind je je ?

S: Ik ben op een station, op het perron.

Ik ben een vrouw en ik heb een kind aan mijn hand en ik ren over het perron.

Mijn haar is opgestoken. Ik heb een soort van hoedje op met een speld erin, zodat die op zijn plek blijft zitten. En Ik heb haast, ik moet lachen, want we moeten rennen voor de stoomtram, stoomtrein eigenlijk. Ik hoor het al , de fluit ,het signaal, de stoom. Dus wij zetten de vaart erin.

Maar het is lastig rennen en met zo’n jurk En We hebben veel lol. We hebben allebei zoiets van…... alsof we moeten rennen voor ons leven, ik heb een jongetje aan mijn hand.

H: Een jongetje?

S: Ja, maar het is niet mijn kind. Het lijkt het wel een jongere broertje.

En, Ik ben zelf ook heel jong hoor!

H: oké.

S Ik ben een jong-volwassen vrouw.

Maar ik hou iets van een krant,in mijn andere hand, Ik heb een krant gekocht en die ik hou ik op mijn hoedje vast, zodat Ik kan rennen dat mijn hoedje niet wegvliegt. Maar we gaan ervoor We gaan allebei…. We zetten onze benen eronder en we rennen, want we willen voorin een plekje. En, We moeten echt opschieten, want Als we nog langer wachten dan,hebben we niet de juiste wagon te pakken, dan kan het zomaar zijn dat we de trein volledig missen. En Dat is ook oké. We hebben veel lol, maar goed. het lukt ons we zitten helemaal voorin. Ik zie mezelf naar binnen stappen, en de witte stoom raakt mijn gezicht op het moment dat ik naar binnen stap. . Dat is waar we van houden. Treinen, stoomlocomotieven. Vind ik spannend. En we zitten helemaal voorin.

H: Je zit In de trein. Weet je ook waar je naartoe gaat?

S: we vertrekken vanuit de stad. Ja, het lijkt wel...... ik zie wel dat ik een heel lang traject pakken. Ik heb ook een klein koffertje mee. Ik ga hem wegbrengen. Maar we moeten ook over een heel groot ravijn eigenlijk, een hele grote brug zie ik, waar een enkel spoor op zit dan wel, waar de locomotief overheen moet en dat vind ik toch wel huh ……..[angst?] Ik weet dat dat komen gaat, dat we daar overheen moeten. Toch doe ik het.

H: Er komt een brug aan.

S: Nou, Ik weet dat hij op Het traject zit ja.

H: maar je ziet hem nog niet?

S: NJa? Nee, ik zie hem ook.

H: Je ziet hem ook.

S: Ik weet dat die komen gaat. Dus daar moeten we overheen. Die angst moet ik maar weer…….. Die moet ik gewoon maar weer ondergaan.

En hij, mijn broertje vindt het prachtig. Hij kan me er ook flink mee pesten.

Han: Hoe bedoel je ‘maar weer ondergaan’?

S: Nou, Ik heb een beetje hoogtevrees, merk ik en, Als je naar buiten zou kijken dan zou je zo….[lacht] Ik moet erom lachen, Het is zo vreselijk diep.

Han: Je rijdt er nu overheen. En wat zie je daar beneden?

S: Ja dat dat, Dat is zo, zo diep, diep, diep Maar daar zit water beneden. Ze gaan echt door een soort van bergachtig gebied, waar ze echt de overbrugging hebben gebouwd.

Voor mij is het heel diep, Maar ik zie daar water beneden, een soort ravijn eigenlijk waar we overheen gaan.

H: een ravijn met water daaronder.

S: Ja ja ja.

H: Ok. Zie je verder nog iets In het ravijn?

S: Nee hoor, Het is oké, Het is vredig. Ik kijk liever niet zo lang.

H: Kan ik me voorstellen.

S: Mijn broer, die zit tegen het raam geplakt. Die vindt het fantastisch.

H: Dit is de eerste keer Dat je over de brug gaat?

S: Nee, Ik ben er vaker overheen geweest, ja, Maar het went nooit, nee.

H: Oh, je kent hem wel.

S: En ik voel nu dat ik ergens buiten de stad ga, waar een van mijn ouders woont, en ik kom net eigenlijk letterlijk bij mijn moeder vandaan. En mijn moeder die, ja, die heeft twee kinderen, dat zijn wij, maar ze wonen niet meer Samen en ik ga nu naar mijn vader toe. Dat moet per trein per stoomlocomotief. Die afstand is Alleen in die tijd nog te overbruggen met een trein.

Han: Jullie wonen dus allebei bij je moeder?

Weet je ook voor Hoelang je nu naar je vader gaat?

S: Nou, ik krijg 3 weken door dus, vakantieperiode, dus wij gaan met alle liefde die kant op.

Ik ben wel verantwoordelijk voor mijn broertje.

H: Zo voelt dat.

S: Ja Dat is zo. Hij is jonger dan ik. Ik heb de leeftijd.

H: Heb je verder nu op dit moment nog contact ook met je broertje?

Zegt hij nog iets tegen je?

S: Nee, Maar ik voel wel heel veel Liefde voor hem.

H: Hij zit in zijn eigen proces, in zijn eigen bubbeltje.

S: Ja, in zijn eigen bubbel. Ja, ja, dus Ik heb een krant en die lees ik dan, Maar ik vind het fijn om naar hem te kijken, te kijken hoe hij door het leven heen beweegt en wat hem interesseert, Hoe onbevangen Hij is en hoe zorgeloos hij Zijn leven in mijn handen kan geven eigenlijk, want ik voel me wel verantwoordelijk voor hem.

H: En, hoe is jouw leven?

S: Ik doe eigenlijk niks. Omdat ik het niet weet. Ik weet niet wat Ik wil. Ik weet niet waar Ik goed in ben of waar ik bedreven in kan zijn. Op dit moment wil ik even helemaal niks. Ik wil gewoon even genieten van mijn jongere broer, die Zo onbevangen In het leven staat en Dat wil ik ook.

H: Oké

S: Ik wil ook dat iemand …..tja Dat ik ook even klein kan zijn en Dat er iemand zo , Net Als ik voor hem, zoveel liefde kan geven en ook gewoon kan beschermen. Zo goed en kwaad als ik dat kan. En dat weet hij. Dat wil ik ook.

Ja, Ik kan dat doen voor hem en Ik vind het ook fijn om te doen.

Het is oké dat ik dat doe.

H: En je vader en moeder? Hoe is het contact?

S: Ja, Dit is dus een goed contact, zij hebben hun eigen wereld en Mijn moeder is een schrijfster.

Mijn vader, een notaris? Oké, ze zijn allebei de taal uitstekend machtig en Zijn wel intelligente Mensen,beiden.

H: Ze zijn allebei druk met hun werk.

S: Ze zijn heel druk. Maar Als ik er ben, zien ze ons wel. We zijn er wel nou wel, ik voel me wel…… Ik heb wel het gevoel dat ik mag zijn, wie Ik wil zijn en Dat het eigenlijk ook helemaal niet uitmaakt dat ik nu even niks doe, Dat is oké. Het wordt gewoon: Meisje? Kijk maar. We hebben geld. Maak je geen zorgen. Vind je zelf maar eens veel belangrijker. En, daar staan ze allebei achter. Allebei vinden ze dat belangrijk voor mij.

Ze zien er ook wel lief uit, ik voel me ook wel……geliefd .

Het is net of ze op latere leeftijd nog wat kinderen hebben gekregen. Weet je wel?

H: O, ze zijn een al wat ouder, echtpaar, maar oke.Ze zijn al wat wijzer.

S: Ja dat ja ja. Ik voel ook geen spanning bij ze of stress, of…….

Han: En jij wat doe jij op dit moment?

Ga je Naar school? Ja, je hebt vakantie en je zit op school of werk je al?

S: Nee, ik kom van school en Ik weet niet wat Ik wil. De dingen die ik zou willen doen, het wordt niet echt verwacht van jou dat je als vrouw dat doet. Het liefst loop ik ook in een broek en niet in een Stomme jurk, vind ik echt stom

H: zit niet gemakkelijk

S, nee, heel ongemakkelijk. Maar ik zie wel dat het ook……Dat staat me wel goed eigenlijk?

H: Oké ben je intussen over de brug heen?

S: ja.

H: En, wat ga je bij je vader doen, weet je dat?

S: Wat ga ik bij mijn vader doen? Mijn vader zie ik zitten in een oud stoffig huisje dat vooral veel boeken heeft en Hij heeft zijn eigen bureautje met een kaars erop en Ik zie zijn bril dan liggen en Ik voel me daar wel fijn, ik Voel me wel………Het is een fijne omgeving, met mijn vader daarbij. Ondanks dat hij wel van de regeltjes is, hè? Omdat hij notaris is, heeft hij in naar ons toe….Ja zegt ie, doe maar gek. Het leven is al zo streng.

Dus hij wil….., begrijpt heel goed Dat het werk wat hij doet, maar zijn werk is, zeg maar, dus hij. ……. Hij identificeert zich niet met zijn met zijn werk.

Als hij doet, doet Hij het goed, maar Hij kent ook heel goed de andere kant daarvan.

H: Dat is dan de kant van…………

S: het leven. Het genieten van zijn kinderen als er bij hem komen. Hij vraagt ook: hoe is het met je moeder? Hij zou haar ook graag wel weer Een keer willen ontmoeten. Dan zeg, ik kom hier toch mee. Volgende keer reizen we terug, dan zegt hij: Ja, ja, ja. En dan weet ik eigenlijk al: Doet hij niet.

H: Ze hebben elkaar lang niet gezien, ja? En, je bent nu bij je vader Met je broertje.

S: Ja, We gaan eten.

H: Zijn er nog meer mensen?

S: Nee, mijn vader is alleen, Hij heeft een kat, een rode kater zie ik. Ja, die past wel bij hem, ja. Ja, het zijn wel, ja……nou, die maakt zich ook niet zo druk en slaapt wanneer hij slapen kan en ik zie af en toe dat hij een aai over zijn bol krijgt en de kat ligt vaak bij hem In de vensterbank, als hij bezig is met zijn werk. Dus die hebben wel gezelschap aan elkaar. Als wij er niet zijn, dat vind ik wel fijn. Dan weet ik dat hij Dat hij niet Alleen is.

H: Dat vind je belangrijk.

S: Ja, dat vind ik fijn voor hem, want Ik ben er niet altijd Alleen In de vakantie.

H: Alleen In de vakantie, oké? Je zit nog steeds bij je vader?

S: Ik moet Even kijken waar Ik ben? Ik heb het gevoel alsof ik in een hele dikke, dikke, dikke boom ben.Ik ben geen boom. Ik zit……….. ik Kan in die boom. Wat een boom.

H: Vertel me wat je ziet, wat je ervaart?

S: Ik vind het apart: Ik ben in een donker bos, nou.Het lijkt op een sprookjesbos.

Maar het voelt wel heel serieus eigenlijk om een sprookje te kunnen zijn. Het is gewoon……..

H: Wat gebeurt er?

S: Ik ben Ik ben. ……….Ik ben door de boom gegaan. Dat is een, Dat is een uitholling zo groot Dat het een soort Van poort werd. Waar ik eigenlijk doorheen moest, Maar er bevindt zich een hele hele binnenwereld in die boom.

H: En nu zit je In de boom. Oké, wat zie je?

S: Nou, daar leeft gewoon een ander volk.

Ik ben, Ik ben ook heel, heel klein geworden eigenlijk.

Een soort van natuurwezens of trolletjes Die daar wonen.

Han: Ja, Als je naar jezelf kijkt en naar je voeten……..

S: Ja, dat zijn kleine, opgeblazen voetjes, ja?

H: Ben je zelf ook een trol?

S: Ja handjes zo klein. Wat een grappig volk zijn wij.

H: Woon je daar ook?

S: Ja ja,

H: je gaat gewoon weer naar je huis toe. Heb je er ook een, heb je er ook een huisje?

S: Nou het ja, het zijn allemaal soort van Ruimtes, zeg maar in die in die boom.

Een Hele wereld eigenlijk, en Je kunt van ruimte naar ruimte naar ruimte, naar ruimte, naar ruimte. Natuurlijk wel een centrale ruimte waar we Met zijn allen eten en Maar dan per cluster, zeg maar, Het is net of we allemaal Opgedeeld zijn in clusters. En ik zit in een mannencluster.

Wat een wereld. Ik zie al bierpulletjes op tafel.

H: Ben je ook een mannetje?

S: Ik ben een mannetje echt wel. Ik ben een kleine rood Viking mannetje, zo zie ik eruit.

H: En het bier drinken met de mannen?

S: ja, lekker mannelijk, ja. Nou, ik voel me wel baldadig. Ja, een beetje ja, Ik ga ruzie zoeken, denk ik. Oh ja. Ja, dat ga ik gewoon doen. Dat kan hier gewoon: sla je gewoon op je bek en dan…………Wat maakt het uit? Ja, dat kan andersom ook.

H: Je krijgt er nou eentje om je…….

S: Ja ok ja.We, we klinken weer en dan is klaar. echt heel super mannelijk allemaal. Ja en toch denk ik dan, wat zijn we………..Wat zijn we Hier nou aan het doen dan? Ja.

H:Hoor je nog iets?

S: Nou, Het is heel druk. Het is, ja, Het is druk, Iedereen loopt door elkaar heen te schreeuwen. Ik, ik merk dat ik eigenlijk behoefte heb aan rust. Ja ik ik word heel baldadig Dat ik daar ben en ik denk: doe eens normaal allemaal. Wat is dit nou wat jullie doen? Is dit het leven dan? Ga wat doen met je leven. Zo voel ik dat ja. Sodemieter op allemaal. Stelletje sukkels echt? Weet je, ga je bewustzijn eens verruimen. Zo voelt het. Ik heb daar behoefte aan, dus Ik ga, Ik ga gewoon.

Ik ga gewoon en ik loop ook gewoon weg. Ik zeg niks en ik sta op en Ik ga gewoon weg. Ik vind het allemaal prima, want Ik heb hier geen zin meer in. Dit is allemaal niet wat Het is. Er is meer. Er is veel meer.

H:Ben je al weg?

S: Ja, ik loop buiten In het bos. Nou, er was geen deur, Ik ben gewoon door al die ruimtes heen gegaan.Ik heb gewoon mijn knapzak gepakt en Ik heb gewoon gezegd Tegen mezelf, Het is tijd, gaan met die Banaan ja heerlijk. Lekker ja man. Ik vind het ook wel een beetje stoer. Maar ik kijk naar mezelf, dan denk ik, jeetje, je bent al…….. Je bent niet meer de jongste hoor, dat ben ik niet, Maar ik denk, dit kan toch niet.

Er is meer Dus Ik ga, Ik ben gewoon gegaan. En ik loop gewoon Nu door het Bos. ja Ik ga de boom wel missen Dat is wel, Dat is wel waar. Maar ik heb behoefte om op pad te gaan Om te ontdekken, Om te kijken of er nog Meer is buiten de wereld, waarin ik was, En Ik ben De eerste die dat doet, weet je dat? Ja en Iedereen kijkt me echt aan van waar ga je heen, wat ga je doen? Dat kan je niet maken en kijk uit en Ik heb ook zoiets van Wat dan? Ik doe het gewoon. Ik voel een vlammetje in mij ontwaken en ik doe het gewoon. Ik ga gewoon. Ik zie wel. Want Ik heb mezelf en Ik heb niks nodig.

H:En je zei dat je een knapzak had? Wat zit daarin?

S: Ja, het zijn geen voorwerpen, het zijn ………..het zijn symbolen, het zijn kracht tools.

H: Van wat voor symbolen?

S: Ja, Ik heb een symbool van een , van de kracht, van de moed En van doorzettingsvermogen en ik herken ze, want Dit is wie Ik ben.

H: Zijn er nog Meer symbolen?

S: Nee, meer heb ik niet nodig.

H: Je hebt ook niks meer meegekregen vanuit de boom.

S: Nee, nee, die boom is onderdeel van mij, dus dat Dat is waar ik mee geboren ben. Dat is oer. Dat is mijn verbinding met de aarde. Dat is oké, en dat weten we allemaal.

H: Je hebt niets meegenomen vanuit de boom Om weg te gaan.

S: Nee, nee, nee. Nee vol vertrouwen durf ik het aan.

H: Zie je al iets op je pad?

S: Nee nog niet.

H: Nou, gewoon even lekker in het bos.

S: Nou, Ik kan, Ik kan, Ik kan Jumps maken, zeg maar, dus ik… Ik kan….., Ik kan best wel grote afstand overbruggen in een korte tijd. Ik hoef niet fysiek te wandelen, zeg maar, zo voelt dat niet. Ik heb wel wat………..Ik heb wel wat………Ik heb wel wat magie, dat ik dat doe, dat ik dat kan.

H: Wil je dat ook doen?

S: Dat doe ik ja, ja?

H: Oké je doet het al, je Bent al lekker……..

S: Aan het huppen, ja, weet je, ik kom nou gewoon in een mensenwereld terecht en Ik…….., ze zien mij niet, Ik ben wel klein eigenlijk en ik loop door al die voeten heen. Dus ik moet wel uitkijken waar ik………..Ik heb dus blijkbaar ook de eigenschap om mezelf in een mens te zetten. De Vorm aan te nemen van een mens. En ik word, ik word eigenlijk een man. En ik zie mezelf in een In een driedelig kostuum. O jeetje

H: Wat gebeurt er?

S: Jaaaa……Ik realiseer mij Wat die wereld is, joh.

Han: deze wereld als mens.

S: Ik loop In het stramien. Iedereen loopt als een dolle dwaas gewoon ……waar loopt Iedereen achteraan dan?

H: Hoe ziet de wereld eruit dan?

S: Nou, lopende band-werk, ik word wakker, Ik ga naar mijn werk, Ik ga naar mijn werk, Ik ga naar huis, Ik ga eten, Ik ga slapen.

H:Jij maakt daar onderdeel van uit. Ok.

S: Ja, daar baal ik van.

H: Wat zou je dan kunnen doen?

S: Ja, Wat zou ik eraan kunnen doen? Ik heb het gevoel dat ik niet veel kan doen. Weet je, het voelt alsof ik echt gevangen zit in deze wereld. Dat ik ………..dat ik een verkeerde keuze heb gemaakt. Dat kan niet, dat voelt niet zo, Maar het…….Iedereen lijkt wel gevangen te zijn In een bepaald stramien.

H: Je bent nu een Man In het pak?

S: Ik heb geen gezicht en dat …….Dat is apart, Ik heb geen… Ik heb geen identiteit. Niemand heeft een gezicht eigenlijk, Iedereen heeft gewoon een Maatpak aan en geen identiteit. Niemand is verbonden met zijn ziel. Er zit geen bezieling in. En ik zie bij mezelf zo'n heel rood hartje kloppen. En die klopt steeds harder en steeds harder Tot het moment Dat het anderen gaat opvallen, dat daar iets zit, iets wat ze nog niet eerder gezien hebben. Dus Ik ben………. ik val op. Maar ik kan het niet verbergen. Ik kan het niet verbergen, het is aanwezig en het maakt dat ik opval. Ja.

H: En, wat doet de wereld dan?

S: Nou, Het is net of ik ergens In het Midden sta en en Hele wereld om mij heen staat en naar mij te kijken. Alle blikken zijn op mij gericht.

H: Hoe voelt dat?

S: Nou, Er is nu nog genoeg afstand, maar Ze komen wel dichterbij. Maar op een of andere manier kunnen ze me niet …………Kunnen ze mij niet aanraken. Omdat ik dat hart heb? Omdat ik daar, een organisch bezield gebeuren heb. En, Ik ben dus in staat om Met dat hart De Mensen om me heen zo te beïnvloeden. en te raken.

H: Hoe beïnvloed je ze dan?

S: Ja dat gaat vanzelf, Dat is niet tegen te houden. Dat is organisch, Dat is bezield.

Dat is een vibratie die uit je hart komt.

H:Wat doet dat met de omgeving?

S: Ja, dat verandert in kleur.

H: Wat voor kleuren?

S: Alle kleuren, Iedereen krijgt kleuren zoals het hoort.

Iedereen krijgt een gezicht.

H: Is het veranderd nu?

S: ja, het is een soort van golfbeweging nu, het dreunt ook door Zover je oog kan kijken.

H: En, hoe voelt dat voor jou?

S: Het voelt heel Natuurlijk voor mij.

H: Welke emotie komt erbij je op?

S: Nee, Ik heb geen emotie, nee?

H: Geen emotie

S: Ik sta helemaal in mijn kracht?

H: Ok. Is de wereld er nog?

S: Nee, mijn taak zit erop. Ik heb gedaan Wat ik kwam doen, oké?

H: Wil je daar nog blijven?

S, Nee,

H: wil je verder?

S: Ja.

H: Nou ja dan Kun je deze plaats gaan verlaten. En dan zijn we nu, Gaan we op weg Naar een volgende plaats In de tijd en ruimte, Die voor jou belangrijk is.

Waar ben je? Zie je iets, ervaar je iets? Kijk maar wat er komt.

Sonja/TZ <andere, plechtige stem>

Sonja is er niet meer, oké?

H: Wie is er dan?

S/TZ: Ik ben Dara

H: Je bent Dara, OK, welkom Dara. Heb je al eens aan Sonja Laten zien wat ze mocht zien?

TZ: Dat heb ik. En Het was voor haar ook meer dan oké. Ze heeft zelf al Veel werk verricht om Haar bewustzijn te kunnen verruimen, dit was nog nodig. Dit was Het laatste inzicht gewoon nog even voor haar zodat ze Dadelijk de juiste beslissing kan maken die nodig is in haar huidig leven.

H:Zouden we nu naar de verhalen kunnen gaan, zodat we……

TZ: Ja is goed. Dat doen we.

H: Dat was een eerste verhaal Dat ze met haar broertje op het perron stond dat verhaal dat ze met de trein naar haar vader ging.

Han: Wat wilde u daarmee zeggen? Wat wilt u laten zien met dat verhaal?

Tz: Dat ook zij in staat is om haar kindstuk weer terug naar boven te mogen halen, zodat ze weer vrij kan zijn. Zorgeloosheid stukje kinderlijke onbevangenheid. En dat mag ze, dat weet ze, dat heb ik haar al eerder Laten voelen vorige week. Dat we elke stap die zij maakt……..Dat moet je je voorstellen bij iedere stap die zij maakt. Dat kan zomaar bezoek zijn aan haar ouders of naar werk of naar de boodschappen die ze haalt, dat ze ……….dat ze dat als kind doet. Snap je dat? En, als ze dat als kind kan doen, Dan wordt de wereld anders En dan zal ze ook stralen. Want er zit geen druk achter, er zit geen moeten achter, er zit Alleen zijn achter, Vanuit een bepaalde kinderlijkheid. En, Dat is wat ze heeft mogen zien. Dat heb ik haar Laten ervaren Kijkend naar haar jongeren broer. Daar gebeurde iets in haar. En, ze heeft dat gevoeld.

H: Zijn er uit dat verhaal nog meer aspecten Die nu besproken mogen worden, Die belangrijk zijn voor Sonja?

TZ: De manier waarop ze haar dochter de vrijheid geeft en met liefde naar haar blijft kijken. Toch haar dochter Al die ruimte geeft die ze nodig heeft, maar wel Die veilige basis voor haar blijft. Dat is goed. Dat heeft ze, Dat doet ze. En, dat zit eigenlijk ook verpakt In de eerste verhaalervaring. Ze doet het goed. Het is oké. Ze is ze.

H: Fijn om te horen. Het zal ze goed doen. En komt er uit het eerste verhaal nog meer?

TZ: Haar angst voor hoogtes. Ik moet Daarom lachen, want Ik heb dat wel even aangetikt gewoon om even te spelen. Dat is helemaal nergens voor nodig. Maar ik vond het wel …. Grappig Om dat te doen voor haar.

H:Verder hoeft ze daar niets mee te doen?

TZ: Jij kent Sonja?

H: ja.

TZ: Je weet dat ze dat altijd zal blijven doen. Ze zal nooit haar angst De overhand Laten nemen, dus als dat betekent dat zij Van een hoge duikplank af moet springen, terwijl ze hoogtevrees heeft, zoals ze dat doet, gewoon om het programma te fucken.. Gewoon om de angst, niet De regie te Laten hebben, maar gewoon Doen, dat doet ze.

H:Dat was het eerste verhaal. Kennen we dat afronden? Oké?

S: ja

H: Gaan we naar het tweede verhaal, als u het goed vindt. Het verhaal met de trolletjes. En de maat pakken, de driedelige pakken. Laten we beginnen bij de trolletjes, Dat stuk In de boom. Wat wilde u daar Laten zien?

TZ: Hoe klein je ook bent, Formaat maakt niets uit. Het gaat om de grootsheid die in je hart leeft. Als je die weer kan herkennen, voelen, Dan weet jij Dat je altijd aanwezig bent. Mensen zien jou. Altijd. Daar kunnen zij niet omheen en jij ook niet. Dus het zou mooi zijn als Sonja denkt en voelt: Ik accepteer mijzelf volledig in wie en wat Ik ben. Vanuit dat kinderstuk, hè dat je die er weer bijhaalt en ze ziet zichzelf in alles wat zij doet. Als dat jonge kind met die mooie bos met krullen en die grote ogen, Dan smelt toch Iedereen? Dat mag ze inzetten. Die pure onschuld. Maar ze is zich er toch wel van bewust Dat dat heel veel in beweging zet bij andere Mensen en dat kan positief zijn, Maar dat kan ook negatief zijn. En daar gewoon maling aan hebben en gewoon je taak uitvoeren. Daar is waar het over gaat. Je hoeft je niet klein te Laten maken. Dat is helemaal nergens voor nodig. Dat geldt voor Iedereen. Dus vandaar, Dat kleine mannetje dat driftkikkertje, dat er dan toch voor kiest Om de wijde wereld in te gaan en dat voel jij ook, hè, Sonja.

H: Zijn er nog meer boodschappen In het tweede verhaal Die voor Sonja van belang zijn? Op een gegeven moment komt dat hart naar voren.

TZ: We hebben allemaal dat hart. Niemand uitgezonderd, Niemand, uitgezonderd. En, We hebben allemaal kwaliteiten die we mee hebben genomen. Die we hier weer juist nu in Deze tijd hier neer mogen zetten, voel je hem? Dat geldt ook voor jou, Han. En, dat maakt allemaal niet uit wat we allemaal hebben ervaren en meegemaakt En waar we allemaal Wat van vinden of waar we onszelf mee identificeren, dat maakt niet uit. Het gaat erom dat jij jezelf ziet In jouw ware essentie Vanuit die pure hartenkracht. Het is makkelijk voor jullie om je dat voor te stellen, denk ik, dat hart. Zie je het maar In het midden van je borstkas daar, daar zit het. Visualiseer dat Maar dat dat daar zit En dat jij Je borstkas opent. Doe het maar.

H: Ik kon het al visualiseren tijdens uw verhaal. Het was heel mooi.

TZ: Ja, Als je dat doet, hè, dan dan, dan kan de rest van de wereld niet anders dan meegaan, toch?

H: Ja, ik voel het, ik voel het.

TZ: Goed zo ja.

Belangrijk dat jij dat ook weet, Han.

H: Dank u.

TZ: Dus Dat is dat verhaal. Je hebt altijd een vrije keus. Zo is Sonja op pad gegaan Omdat ze het voelde dat ze verder moest en haar bewustzijn moest verruimen, en Uiteindelijk kom je dan in deze wereld terecht en ook Dat is helemaal zoals het moet zijn. Maar Als je dan nog vergeet wat je ware potentie is en je voelt je hart niet meer, dan wordt het wel heel vervelend, want dan, dan zit je vast. Dan leef je In het leven als …. Ja, hoe noemen we dat? Dom schaap, Kan het even niet anders dan zo benoemen. Maar Als je weer tot die kern kan komen En zoals ik net uitleg je borstkas weer openzet. Dan gebeurt daar wat, Dan krijgt de wereld meer kleur. Dus het begint bij jezelf en dat zegt Sonja altijd heel goed. Het is een individuele reis met einddoel het collectief. Precies zo.

H: En op een gegeven moment Kwam er uit, de knapzak nog het Symbool van de Leeuw.

TZ: Zij weet heel goed wat haar kernkwaliteiten zijn. Dat weet zij. Dat is kracht moed en doorzettingsvermogen en die zijn zo meteen keihard nodig.

H: zo meteen?

TZ: ja zo meteen, voor mij is dat zo meteen. Ik doe geen uitspraken naar jullie toe over hoe en wanneer, maar Sonja weet wat haar taak is en daarin wordt zij voorbereid, Wordt zij geleid en ondersteund.

H: Zijn we klaar dan met de boodschappen uit de verhalen?

TZ: Ja, Ik hoef daar verder niets meer over te delen, Dat is duidelijk.

H: Dan zijn er nog een aantal vragen die Sonja heeft, Zou ik die mogen stellen?

TZ: Ja, absoluut. <duurt wat lang voordat de vragen worden gesteld> Kun je ze vinden, Han?

H:Ik zit Alleen even te kijken Hoe ik ze goed kan formuleren voor jullie.

TZ: Oh, Dat is geen probleem.

H: Welke aspecten van mij zijn of voegen op dit moment in mijn leven Een belangrijke bijdrage toe in mijn bewustzijnsverruiming?

TZ: Er zijn geen aspecten die iets kunnen Toevoegen bij jou. Ik vind het altijd grappig dat je je daarmee bezighoudt. Je hebt zoveel al gedaan. Je hebt al zoveel geïntegreerd in jouw systeem. Dat wat er overblijft, nu ben jij zelf. Is dat duidelijk?

H: Zullen we straks aan Sonja vragen. Weet u ook waarom ze deze vraag gesteld heeft?

TZ: Op dit moment in haar leven is ze bezig Bepaalde stukken aan informatie die tot haar komen, en Daar wil ze dan meer van weten en ze zit ook goed.

Ze zit heel goed. Maar ze mag begrijpen dat het voor haar helemaal niet interessant is Omdat er op dit moment geen aspecten zijn Die iets toevoegen aan haar bewustzijnsverruimingsproces. Ze heeft nu genoeg aan haarzelf. Daar ligt de focus Omdat dat deel belangrijk is Precies de focus op zichzelf.

H: Mag ik de volgende vraag stellen?

TZ: absoluut.

Han: Zijn katten ook multidimensionale wezens?

TZ: jazeker.

H: En wat is de betekenis van katten?

TZ|: O, Het is tweeledig, hè dieren katten. We betekenen allemaal iets voor elkaar en Het is heel grappig om te zeggen dat alle aspecten van jezelf ook gewoon een kat, een hond of een konijn kunnen zijn. Of zelfs een plant of water, zandkorrel een boom. Het maakt niet uit, je bent het. Het is onderdeel van jou. Dat is wat het is,

H: OK, dus zo groots is het.

TZ: Wij zijn allemaal, alles wat hier bezield op aarde is, is multidimensionaal en heeft een vorm gekozen om te ervaren en uiteindelijk Voegen ook die aspecten weer bij In het totale zijn, In het multidimensionaal aspect. Dus als jij denkt, ik zie Alleen maar een hond of een kat, kijk dan nog maar eens goed.

En Als je dit niet ziet, dan mag je zelf vragen stellen. Wat is er mis met jou Dat je dat niet ziet?

H: Nog een vraag over katten, want Sonja heeft 5 katten.

TZ: Ja <lacht> het liefst veel meer.

H: Wat voegen die toe aan haar leven? Kunt u daar nog iets over meer over zeggen?

TZ: Kun jij de vraag nog een keer herhalen?

H: Ze heeft 5 katten, wat vroegen die katten toe aan Het leven van Sonja?

TZ: Hoe ga ik dat uitleggen? Iedereen zou dieren moeten hebben In hun leven dat, Dat is een verrijking. Het brengt je zo naar je hart, Het laat je leven vanuit je hart, Omdat het moment waarop je contact maakt met het dier je tijd laat stilstaan. Dat je eigenlijk Alle zorgen en problemen vergeet die er zijn. Je komt helemaal in je kern, in je ware zijn In het hier en het nu. En, Dat is wat er nodig is in Het Huis van Sonja Om daar de Energie te Laten stromen Alle negatieve energy weer af te voeren en alles te transformeren. Ze is moe. Ze is heel moe. En haar dieren helpen haar om Energie te krijgen. Goed in haar vel te zitten, en Hoe kan ik het zeggen, het leven aankan. Ja, zo kan ik het beschrijven voor haar, ze kan het leven daardoor aan. Het zijn afspraken die zijn gemaakt met Elkaar en onderling en Ze geeft ze de ruimte om te groeien en te ervaren en te verruimen in hun bewustzijn, zodat zij ook als deelaspect zo meteen de informatie weer kunnen toevoegen aan een totale zijn. Ze Laten haar in haar hart zitten. Dat is belangrijk Dat is heel belangrijk voor haar. Ze zijn onvoorwaardelijk, hè? Ze vragen niet zoveel van jou en Je kunt het allemaal geven. Op een of andere manier kan ze het allemaal geven. 5 is Misschien een beetje te veel Maar ze zijn zo leuk.

H:Ok. Genoeg over de katten?

TZ: ja.

H: En dan heeft Sonja nog een laatste vraag. Kan dat nog?

TZ: Eén.

H: Is er iets wat mij nu belemmert om de juiste keuzes te maken met betrekking tot werken of daar vertrekken? Is er iets wat Ik nu nog niet kan zien of zie?

TZ: Ik denk dat ze alles heel Helder ziet.

Dat denk ik niet, dat weet ik.

En, Ik heb het haar ook wel Laten voelen Dat met wie ze een gesprek aan kan gaan. Met een open hart en haar verlangens daar kan uitspreken wat waar zij behoefte aan heeft. En, dat wordt daar prima opgepakt door deze dame. Dat gaat helemaal goed.

En dan kan je Samen het veld gaan exploren van wat is er mogelijk allemaal? Welke kant kan ik op welke middelen zijn er en Hoe kunnen we daar invulling aan gaan geven? Dus Het is eigenlijk helemaal niets wat haar belemmert, behalve: de omgeving Bepaalt niet welke keus jij maakt.

Dat doe je helemaal zelf.

H: Dank u wel. TZ: Bent u daar nog? Is het goed als Sonja Haar originele zelf gaat ontmoeten?

TZ: Nee is niet nodig, die heeft ze al ontmoet en die heb ik Haar al gegeven.

H: Dank je wel. Ik voel het inmiddels al wel, maar houdt U van Sonja.

TZ: intens

H: Kan zij het voelen?

TZ: ja, hoor.

H: Waar voelt ze het? Waar voelt ze dat?

TZ: Haar hele borstkas wordt groot van trotsheid. Dat is wat ze voelt.

H: En is er Een vraag die niet gesteld is Maar

TZ: nee, nee

H: waar u wel Antwoord …..

TZ: Nee, nee, Alles is gedaan en gezegd.

H: Ook geen bericht of boodschap meer voor Sonja.

TZ: Nee, Ik ben heel duidelijk geweest.

H: Heeft u nog een advies om de opname die we gemaakt hebben van ons gesprek om die af te luisteren. Hoe vaak?

TZ: Kijk, die moet je altijd luisteren, Dat is belangrijk. Dat geldt ook voor jullie?

Doe het zo vaak als dat je voelt dat je de behoefte hebt. IK kan heel streng zijn en heel belerend zeggen, doe dat maar 3 keer, Maar dat werkt niet he Je moet het voelen. Dus Laten we vooral de verantwoordelijkheid bij haarzelf leggen. En ook bij jullie zelf.

Voel maar jullie willen verder op je pad. Dat hoor ik.

H: Dat moment komt dan vanzelf.

TZ: Die verantwoordelijkheid is voor jezelf.

H: Zou u svp een bodyscan willen doen bij Sonja?

TZ: Nee, Dat is niet nodig. Dat is niet nodig. Zij kent haar lichaam goed.

H: Is ook niet nodig, prima, ja.

TZ: En in een andere sessie hebben we al veel opgeruimd. En die is daar ook niets achtergebleven. Haar hart staat wagenwijd open.

En, ze krijgt steeds meer weer Gevoel in haar lichaam, ze is goed bezig.

H: Is het nodig dat Sonja nog iemand vergeeft?

TZ: Nee, dat doet ze wel. Dat kan ze heel goed.

H: Ik voel hem zelf wel aankomen. Heeft ze ontvangen in deze sessie wat ze nodig had?

H: Ruim voldoende.

H: en is er iets blijven liggen?

TZ: Nee, want de vorige keer heb ik heel duidelijk tegen haar gezegd dat ze voorlopig geen sessies zou ondergaan.

H: Oké, ik snap de uitzondering.

TZ: Maar jij snapt Misschien nu ook wel mijn strengheid.

De verhalen die ik haar heb getoond, zijn simpel, effectief. En, Dat is genoeg.

H: Dank u wel,

TZ: alstublieft.

H: Dan wil ik u met heel veel liefde bedanken voor uw hulp. En voor de informatie die u vandaag gegeven heeft. En zo eindigen we dit gesprek.

38 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page